Van Batumi tot Batumi

1 augustus 2014 - Belgrado, Servië

Ons laatste blogbericht was nog vanuit Turkije, waar we net iets te lang hebben doorgebracht door problemen met de bus. Nu ruim een maand later zijn we in Roemenië en al hard op weg naar huis, nog iets meer dan 2 weken te gaan. In de tussentijd zijn we vooral in de Kaukasus geweest, dus hoog tijd voor een verhaaltje daarover.  Komt ie dan:

Na een week doorgebracht te hebben in Erzurum in Oost-Turkije om de bus te repareren konden we eindelijk weer op weg richting de Kaukasus. Een oplossing zoeken bij de Turkse garages ging hopeloos moeizaam, maar met behulp van Barry van Oldvolks hebben Nico en Merijn de bus weer aan de praat gekregen. We konden eindelijk weer op weg naar Georgië, met als eerste stop Batumi. De grensovergang ging onverwacht soepel, ondanks het feit dat er vrij veel rook onder de bus vandaan kwam en deze rook ook via de kachelpijpen uit het dashboard de bus binnen kwam. Hoe wij als drie Nederlandse jongens in een hippiebus die blauw stond van de rook de grens over zijn gekomen zonder dat we ondervraagd zijn blijft ons een raadsel.

Dat belooft veel goeds...

Gelukkig zijn we zonder problemen in Batumi gekomen en hebben we onze eerste stappen in de Kaukasus gezet. Batumi is niet per se een voorbeeld van een typisch Georgische stad, het is wel een bijzondere stad. Het is een vakantieoord voor veel Russen, Turken en Iraniërs. We dachten eindelijk Turkije uit te zijn na 2 maanden maar in Batumi werden we nog steeds in het Turks aangesproken bij bepaalde restaurantjes. Batumi wil ook wel echt een toeristenoord zijn, dat is duidelijk. De binnenstad voelt aan als één groot pretpark. Veel te mooie en bizar gevormde gebouwen (een gebouw had een reuzenrad ingebouwd dat nooit draaide), een gelikte boulevard en idem straatjes en zelfs een chacha-fontein! Chacha is de lokale sterke drank. Vlak bij de zee staat er een toren waar elke dag om 7 uur ’s avonds 10 minuten lang  gratis chacha uit een kraantje stroomt.  De drank was misschien niet van de hoogste kwaliteit, maar gratis is gratis, dus konden we met een aantal 1,5 literflessen de Kaukasus in. We blijven toch Nederlanders.

Chacha uit de fontein!

In Batumi moesten we bedenken wat we precies wilden doen in de Kaukasus nadat we zoveel autopech hadden gehad. We wilden eigenlijk niet het risico nemen om met de bus de bergen in te gaan, zonder dat de ANWB ons zou kunnen verslepen (die dekt ons namelijk niet in deze landen). Daarnaast hadden we ook nog gehoord dat de wegen erg slecht waren in Georgië en in Armenië nog slechter. Dat bleek inderdaad zo te zijn en we zijn achteraf blij dat we ervoor hebben gekozen om de bus in Batumi te laten en verder te gaan met het openbaar vervoer. We zijn met een 14 uur durende  treinrit van Batumi naar Yerevan gegaan. Ons eerste plan was om een auto te huren in Yerevan, zodat we zuid-Armenië en Nagorno-Karabakh op ons eigen houtje konden verkennen. We kwamen om 7 uur in de ochtend in Yerevan aan dus hadden we alle tijd om ons voor deze trip voor te bereiden door een tentje en luchtbedden te kopen . Om 10 uur waren we daar mee klaar en hadden we wel zin in een broodje. De traditie van sterke drank vroeg in de ochtend blijft zich gewoon doorzetten in de Kaukasus. De broodjesverkoper vond twee glaasjes wodka best kunnen in de ochtend. Toen hij de tweede in wilde schenken en wij duidelijk maakten dat wij maar een bodempje wilden was hij zo toegeeflijk dat hij de glaasjes nu net niet helemaal tot de rand vulde. Ach, het kan ook niet vroeg genoeg zijn voor een shotje wodka. Een paar dagen later werden Merijn en Nico wakker gemaakt door Ruben omdat een oude baas op zijn paard ons een shotje wodka aan kwam bieden. Ruben kreeg niet alleen alcohol maar ook nog theekruiden en rozemarijn van deze man aangeboden en gelukkig konden we hem in ruil een shotje van onze chacha uit Batumi aanbieden die hij twijfelend in ontvangst nam.

Via internet hadden we een Lada Niva 4x4 gereserveerd. In de Kaukasus (vooral Armenië) rijdt ongeveer 1 op de 5 mensen in een Lada en de helft daarvan rijdt dan weer in een Lada Niva. Om echt op te gaan in de cultuur (daarnaast is het ook een bazenauto) wilden we daar wel een tijdje mee door de bergen crossen. Toen we de auto daadwerkelijk wilden ophalen bleek dat hun enige Lada Niva de vorige avond gecrasht was en dat ze een andere auto voor ons hadden, voor dezelfde prijs maar geen 4x4. De helft van onze lol was om in een 4x4 door de Kaukasus te crossen dus hebben we dat aanbod maar afgeslagen en zijn we naar een ander verhuurbedrijf gegaan. Daardoor konden we ons met een Suzuki Grand Vitara een weekje gaan vermaken in Armenië. Armenië heeft een geschiedenis met veel oorlogen waardoor het nu met Turkije en Azerbeidzjan slechte relaties heeft. Onze eerste stop was de nationale trots van Armenië, de Ararat berg. Het trieste is alleen dat hun nationale trots door een van de vele oorlogen nu niet meer in Armenië, maar in Turkije ligt. Voor ons was het dan weer triest dat we de berg nauwelijks konden zien door de bewolking (zie foto).

Ararat

Door de Grand Vitara konden we bergweggetjes nemen die onze bus waarschijnlijk niet had overleefd. Met de vrijheid van een tentje dat je overal neer kunt zetten daarbij hebben we een paar keer erg mooi kunnen wildkamperen in de bergen. Naast mooie plekjes om wild te kamperen staat Armenië vol met kloosters en kerkjes en na een paar van die dingen te hebben bezocht zijn we nog in een gave kloof geweest waar je met een touwladder in af kon dalen. Beneden was er een kleine druipsteengrot waar je zelf in kon lopen, erg gaaf. Na deze uitstapjes gingen we door naar Nagorno-Karabach.

Wildkamperen met de Grand Vitara

Nagorno-Karabach is een apart verhaal. Het heeft zich uitgeroepen als onafhankelijke staat, alleen wordt het maar door een paar andere kleine staatjes erkend. Het is officieel deel van Azerbeidzjan maar is op dit moment in handen van Armenië. Die twee landen hebben onder andere om dit gebied flink oorlog gevoerd. Het gaat zelfs zo ver dat je met een stempel van Nagorno Karabach in je paspoort Azerbeidzjan niet meer in mag omdat ze vinden dat je strafbaar bezig bent en je kan dan zelfs in de gevangenis belanden. Interessant gebied dus. Aan de grens moesten we onze paspoorten laten zien en werden we geregistreerd maar onze visa moeten we gaan halen in de hoofdstad Stepanakert. Dat was redelijk simpel, formuliertje invullen met alle plaatsen waar je heen gaat (voor de zekerheid hebben wij ongeveer alle plaatsen in Nagorno-Karabach ingevuld) en we moesten ongeveer 5 euro betalen.

Onze eerste dag in Karabach hebben we doorgebracht op een mooi wildkampeerplekje bovenaan een kloof. We waren niet de enige, een stelletje uit Tsjechië had 20 meter verderop hun tentje opgezet. De dag daarna hebben we een wandeling in diezelfde kloof gemaakt waar we ook weer de Tsjechen tegenkwamen. Na de wandeling wilden we door naar twee spookstadjes die door de Azeri (Azerbeidzjanen) zijn verwoest en die moesten vrij indrukwekkend zijn. We hadden al verhalen gehoord over mensen die terug waren gestuurd door militairen omdat het verboden gebied was. Gelukkig hadden wij een lifter mee die puur toevallig een militair was. De hele weg waren we bang dat hij ons terug zou sturen maar we mochten gelukkig gewoon doorrijden. Dat was best indrukwekkend. Een hele stad waar geen huis meer stond met een dak erop. Sommige wegen waren bestrooid met puin dus konden we daar niet door rijden. We reden door een groene haag van struiken die over de weg heen hingen en ook de huizen waren al flink begroeid. Het tweede stadje, Agdam, was ook erg indrukwekkend omdat daar nog een moskee overeind stond, het enige gebouw dat vrijwel onaangetast was in de hele stad. In de minaret van die moskee had je een bijzonder uitzicht over het hele geruïneerde plaatsje. Het enige leven wat er nog te bekennen was, waren een paar auto’s en een huisje van iemand die schroot uit het stadje verzamelde. Schroot was er ook nog genoeg. Hier en daar nog een afgebrande auto of een nog te herkennen oven. Bijzondere ervaring.

Agdam

Na deze indrukwekkende uitstap gingen we weer wildkamperen met ons net nieuwe tentje. Een aardige Rus kwam die avond langs om ons te vertellen dat het die nacht zou gaan regenen. Het vuur bleef gelukkig nog lang genoeg aan om ons eten op te koken maar daarna begon het inderdaad te regenen. Het tentje bleek helaas niet helemaal waterdicht te zijn en elke minuut, als je bijna lag te slapen, kwam er wel een dikke druppel midden in je gezicht. We begrijpen wel waarom Chinezen dit als martelmethode hebben gebruikt, het is vrij frustrerend.

Vermoeid gingen wij dus weer op weg, dit keer weer terug naar de hoofdstad Stepanakert om ’s avonds het Nederlands elftal te zien spelen. In het hostel in Stepanakert was het erg gezellig, waarschijnlijk omdat Karabach überhaupt maar 1 hostel heeft. Na een avondmaal van mixed-organs met veel koriander en slechte live muziek (een oudere man die veel te hard Armeense klassiekers meezong met een cd’tje) hebben we met 7 man uit het hostel de wedstrijd Nederland-Argentinië gekeken. Gelukkig hoefde we daarna niet meer feest te vieren want toen de wedstrijd was afgelopen was het al diep in de nacht.

De dag daarna zijn we met dezelfde groep naar een van de vele kloosters gegaan en daarna zouden wij afscheid nemen en door gaan via de noordwestelijke grens. Die was helaas gesloten, dus gingen wij ook maar weer terug naar Stepanakert. Stiekem was dat niet zo erg omdat het daar wel erg gezellig was. We zijn nog een paar dagen in de natuur van Karabach en Armenië gebleven en op de laatste dag dat we de auto hadden gehuurd hadden Nico en Merijn Ruben afgezet in een vogelgebied en zijn zij terug gegaan naar Yerevan.

De volgende dag hebben we een marshrutka (een veel te klein busje met veel te veel mensen) genomen naar Tbilisi waar we onze reisgenoot voor de komende dagen hebben ontmoet: Ali uit Iran! Ali is een gids voor toeristen in Iran en hij was nu aan het reizen door Armenië en Georgië. In een 6 uur durende busrit hadden we genoeg tijd om elkaar te leren kennen. Voor Ali was de grensovergang vrij spannend omdat het een 50/50 kans was dat hij een visum zou krijgen aan de grens vanwege de slechte relaties tussen Georgië en Iran. Daardoor duurde de grensovergang wat langer maar uiteindelijk kreeg hij zijn visum en konden we door richting de Georgische hoofdstad.

In Tbilisi hadden we meteen een goede binnenkomer: er was een bierfestival aan de gang! Omdat wij ook wel van een biertje houden gingen wij maar eens kijken wat er te doen was. Van de muziek hebben we helaas maar 10 minuten meegekregen maar na een zwaardvecht-demonstratie was er de WK-finale en dat was een groot feest. Veel fanatieke Georgiërs die voor Duitsland of Argentinië aan het zingen waren. In de rust zaten wij aan een tafeltje met een paar Georgische militairen en na een paar minuten hadden we daar al een biercantus van gemaakt! De Georgiërs zongen liedjes in hun taal en wij in de onze. Na de rust gingen we weer terug om voetbal te kijken maar toen het ook nog verlenging werd hebben we ons maar weer bij de Georgiërs aangesloten en daar een leuke avond gehad terwijl de finale op de achtergrond aan stond.

Bierfestival Tbilisi!

Na sight-seeing Tbilisi met onder andere een kabelbaan naar een uitzicht over de stad zijn we met Ali naar de McDonalds gegaan omdat hij daar nog nooit was geweest. Toen we terugkwamen was het al gezellig in het hostel en zijn we met een aantal mensen naar de ‘Dive bar’ gegaan (aanrader!). Daar troffen we twee oude bekenden: Melanie uit het hostel in Stepanakert en Benjamin die we een tijd geleden in Bosnië hadden ontmoet! In deze bar hadden ze ook het ‘escape’ spel dat we ook in Boedapest hebben gedaan en je kon er ook bierpong spelen. Tegen beide konden we natuurlijk geen nee zeggen. Kortom, gezellige avond, hoewel we de volgende ochtend vroeg op wilden om naar de bergen bij Kazbegi te gaan.

Bierpong!

Dat was toch redelijk gelukt en dus zaten we rond 10 uur in een taxi naar Kazbegi met een mooie tussenstop bij een klooster aan een meertje. Ons doel in Kazbegi was een wandeling naar de gletsjer die in totaal 9 uur zou duren. De eerste dag hebben we daarom met een groepje Leidenaren een kleine wandeling gemaakt naar een kerkje aan de andere kant van het dal. In deze wandeling bleek dat Ali toch niet de goede schoenen had om te wandelen (lees: sandalen) en daarom de volgende dag niet mee kon naar de gletsjer (gelukkig kwam hij er nu achter en niet op de top de volgende dag). Tijdens deze wandeling hadden we gelukkig een goede vervanging voor Ali: Gelly! Hij deed niet moeilijk over slechte schoenen, hij was namelijk een hond. De volgende ochtend toen wij aan de wandeling begonnen kwam hij zich midden in het dorp weer bij ons voegen en is helemaal meegelopen naar de top!De wandeling was vrij pittig maar wel erg mooi. We kwamen veel mensen tegen met echte backpacks die daar gingen kamperen en waarschijnlijk ook naar de top gingen, dat is in totaal een 5-daagse tocht. Misschien iets voor de volgende keer. Moe maar voldaan zijn we diezelfde dag nog met een marshrutka terug naar Tbilisi gegaan en waren we weer met Ali herenigd.

Kazbegi

Na nog een dagje in Tbilisi zijn we doorgegaan naar een natuurpark vlak bij het plaatsje Borjomi. Op weg naar Borjomi kwamen we nog langs Gori, de geboorteplaats van Stalin. Er staat dan ook een heus Stalin-museum. Als we onze nogal ongeïnteresseerde gids mochten geloven was Stalin een sterk politiek figuur en een held omdat hij Hitler had verslagen. Prima gozer, die Stalin. In de souvenirshop konden we ons uitleven op allemaal prullaria met het hoofd van de ‘held’ erop.

Stalin

Diezelfde dag namen we nog een marshrutka naar Borjomi. Omdat alle bordjes in de bussen met de plaatsnamen erop in Georgisch zijn vragen we altijd hulp aan iemand die het wel kan lezen. In Georgië zijn alleen vaak de mensen die bij een busstation tegen je beginnen te praten taxichauffeurs. Toen we aan de taxichauffeurs vroegen waar de bus naar Borjomi ging kregen we van hun te horen dat er geen bus naar Borjomi ging dus dat we maar beter een taxi konden nemen. We hadden al bij de toeristeninformatie nagevraagd of er een marshrutka ging dus we wisten dat er rond 4 uur een zou gaan. Volgens de taxichauffeurs ging er toch echt geen bus. Nadat we duidelijk hadden gemaakt dat we toch echt geen taxi wilden en dat we gewoon op zoek waren naar de marshrutka, wilde diezelfde taxichauffeur ons toch wel naar de juiste marshrutka wijzen. Als je het spelletje gespeeld hebt zijn ze toch wel zo sportief om je te helpen. Dat spelletje hebben we inmiddels ook vaak genoeg gespeeld. Omdat taxi’s niet duur zijn (al helemaal niet als je met zijn vieren bent) hebben we in Georgië en Armenië geregeld met taxi’s gereden. Als toerist krijg je sowieso een veel te hoge prijs dus onderhandelen over de prijs hoort erbij.  Nadat ze eerst doen alsof je ze berooft omdat je te weinig betaalt stappen ze uiteindelijk toch lachend in de taxi en nemen ze je mee. Bijzonder spelletje.

In Borjomi zouden we een wandeling gaan maken maar we hadden niet erg veel tijd meer over. Wel net genoeg tijd om bij de beste toeristeninformatie ooit langs te gaan. We kregen heel veel informatie, een cd’tje met Georgische volksmuziek en de touristeninformatiedude wilde ons zelfs laten zien welke auto hij wilde kopen. Uiteindelijk hebben we een korte wandeling gemaakt en vooral genoten van het lekkere Georgische eten ’s avonds. De volgende dag gingen op weg naar Batumi omdat we vanaf daar de boot zouden nemen naar Odessa in Oekraïne. Toen we bij de ferry-maatschappij aankwamen vroegen ze ons de volgende dag terug te komen want de boot had vertraging en zou pas dinsdag vertrekken (het was die dag zaterdag en hij zou eigenlijk zondag vertrekken). Van onze contactpersoon via wie wij de tickets hadden geboekt kregen wij te horen dat de boot maandag zou vertrekken. Verwarrend, maar goed, we hadden in ieder geval nog 2 nachten in Batumi. Toen konden we eindelijk de bus ophalen nadat hij 2 weken alleen had gestaan. De bus was gelukkig nog helemaal heel en we waren blij om hem weer ongedeerd terug te zien. Het was dus wel tijd voor een klein feestje. In het hostel was het erg gezellig met een groep jongeren van over de hele wereld die in Batumi een summer school volgden. Tot laat in de avond hebben we spelletjes gespeeld en bier uit 2,5 liter flessen gedronken.

 De volgende morgen was opstaan daardoor redelijk moeilijk maar we waren nog op tijd om de tickets voor de boot op te halen. Toen we de tickets gingen ophalen hoorden we dat de boot diezelfde dag nog zou vertrekken! Na de gemixte berichten hadden we dit toch niet aan zien komen. Toch waren we blij dat we al konden vertrekken en niet nog hoefden te wachten. We moesten helaas afscheid nemen van Ali en om 6 uur ’s avonds konden we de boot op en rond 12 uur konden we de steeds kleiner wordende skyline van Batumi vanaf het water bewonderen. Doei lieve Kaukasus, het was gezellig.

Skyline van Batumi

Foto’s

2 Reacties

  1. Auktje:
    4 augustus 2014
    Jongens weer leuk om over jullie avonturen te lezen! Al zijn ze waarschijnlijk al weer oud! Zijn jullie inmiddels Al in Hongarije? Veel plezier nog en een veilige terugreis gewenst.

    Eric en Auktje
  2. Frans van Bochoven:
    15 augustus 2014
    Weer leuk om al jullie belevenissen te lezen! Zal nu wel de een na laatste keer zijn, want ik neem aan dat jullie nu weer naar huis komen.